Anglicismen zijn niet mijn kopje thee
‘Ik ben fijn’, hoorde ik mezelf zeggen. En dat klopt (klein maar fijn, om precies te zijn). Maar het is niet wat ik bedoelde toen mij een tweede glas wijn werd aangeboden.
Kijk verder →De horror!
Ik vind reclame meestal geen reclame. Ja, die is diep hè?
Kijk verder →Blabla
Mijn favoriete vraag is ‘Waarom?’ Ik heb er al heel wat ballonnen mee doorgeprikt. Ego’s ook, trouwens.
Kijk verder →Lang leve de kommaneuker
Ik zie ze wel hoor, die ogen die ten hemel worden geslagen. ‘Daar heb je haar weer.’ Klopt, daar ben ik weer: de kommaneuker. Aangenaam.
Kijk verder →Scripted reality
Wilt u mij boos krijgen? Negeer me dan.
Kijk verder →Hoe ik een vent werd
Ik was jong en ambitieus en had genoeg moois geschreven om te weten: hier ben ik thuis. Ik voelde me, kortom, een hele vent op de redactie van de grote krant. Ik had maar één probleem: ik was een meisje.
Kijk verder →Ademhalen
Jij schrijft zo soepel, hoor ik vaak. En dan: hoe doe je dat toch? Mijn antwoord is simpel: ik haal adem.
Kijk verder →Scherp je zintuigen
Het mooiste dat je als tijdschrift kunt worden is iemands lijfblad. De lezer voelt zich met je blad verbonden, herkent zich erin, laat zich erdoor meeslepen. Maar de liefde kan niet van één kant komen.
Kijk verder →Leuk meedoen
Kijk, ik ben geen 17 meer. Maar om me nou oud te noemen? Heus, ik probeer nog leuk mee te doen.
Kijk verder →Kleintje
‘Me’ is het irritantste woord van 2015. Tenminste, wanneer het wordt gebruikt als bezittelijk voornaamwoord, dus in plaats van ‘mijn’. Mijn nummer 1 op de lijst van irritant is ‘collegaatje’.
Kijk verder →